• Preventief beleid en gedragsregels

    Het is belangrijk dat iedereen in een veilige omgeving moet kunnen sporten. Helaas worden we in Nederland nog te vaak opgeschrikt met verhalen over seksuele intimidatie (of erger). 

    Als sportvereniging is het een plicht om maatregelen te nemen om te streven naar een veilig sportklimaat. Om die reden heeft Eendracht’30 beleid gemaakt om misstanden te voorkomen. Dit beleid bestaat uit de volgende punten:

    1. Gedragsregels voor begeleiders
    Eendracht’30 hanteert de gedragsregels die door het NOC*NSF zijn opgesteld om ongewenst gedrag in de relatie sporter en trainer/begeleider te verkleinen. Daarnaast fungeren deze gedragsregels als toetssteen voor het gedrag van begeleiders en sporters in concrete situaties. 

    2. Aannamebeleid voor vrijwilligers
    Eendracht’30 hanteert een aannamebeleid voor begeleiders van de jeugd om zo een beter beeld te krijgen van de begeleider.

    Het aannamebeleid bestaat uit:

    ●      Het voeren van een kennismakingsgesprek met de begeleider door de TC jeugd.
    ●      Indien van toepassing controle van diverse referenties
    ●      Het aanvragen van een VOG (verklaring omtrent gedrag) (geïnitieerd door de club -gratis-)
    ●      Nieuwe vrijwilligers worden geattendeerd op de gedragscode, huisregels en de vertrouwenscontactpersoon; dit alles is te vinden op onze website.

    3. Vertrouwenscontactpersonen
    zie Vertrouwenscontactpersoon op de website 

    4. Kleedkamerbeleid
    De kleedkamer is een plek wat per definitie een veilige omgeving moet zijn. Daarom hanteren we 4-ogen principe.

  • Gedragsregels begeleiders

    De gedragsregels zijn door NOC*NSF opgesteld om ongewenst gedrag in de relatie sporter en trainer/begeleider te verkleinen. Daarnaast fungeren ze als toetssteen voor het gedrag van begeleiders en sporters in concrete situaties. Alle sportbonden, aangesloten bij NOC*NSF, hebben deze gedragsregels overgenomen in hun tuchtrecht. Voor begeleiders is het belangrijk dat zij weten wat deze gedragsregels zijn en dat deze ook voor hen gelden.

    ●      De begeleider moet zorgen voor een omgeving en een sfeer waarbinnen de sporter zich veilig voelt.
    ●      De begeleider onthoudt zich ervan de sporter te bejegenen op een wijze die de sporter in zijn waardigheid aantast, én verder in het privé-leven van de sporter door te dringen dan nodig is voor het gezamenlijk gestelde doel.
    ●      De begeleider onthoudt zich van elke vorm van (machts)misbruik of seksuele intimidatie tegenover de sporter.
    ●      Seksuele handelingen en seksuele relaties tussen de begeleider en de jeugdige sporter tot zestien jaar zijn onder geen beding geoorloofd en worden beschouwd als seksueel misbruik.
    ●      De begeleider mag de sporter niet op een zodanige wijze aanraken dat de sporter en/of de begeleider deze aanraking naar redelijke verwachting als seksueel of erotisch van aard zal ervaren, zoals doorgaans het geval zal zijn bij het doelbewust (doen) aanraken van geslachtsdelen, billen en borsten.
    ●      De begeleider onthoudt zich van seksueel getinte verbale intimiteiten.
    ●      De begeleider zal tijdens training(sstages), wedstrijden en reizen gereserveerd en met respect omgaan met de sporter en met de ruimte waarin de sporter zich bevindt, zoals de kleedkamer of de hotelkamer.
    ●      De begeleider heeft de plicht de sporter te beschermen tegen schade en (machts)misbruik als gevolg van seksuele intimidatie. Daar waar bekend of geregeld is wie de belangen van de (jeugdige) sporter behartigt, is de begeleider verplicht met deze personen of instanties samen te werken, opdat zij hun werk goed kunnen uitoefenen.
    ●      De begeleider zal de sporter en/of diens ouders of verzorgers geen (im)materiële vergoedingen geven met de kennelijke bedoeling tegenprestaties te vragen. Ook de begeleider aanvaardt geen financiële beloning of geschenken van de sporter en/of diens ouders of verzorgers,die in onevenredige verhouding tot de gebruikelijke dan wel afgesproken honorering staan.
    ●      De begeleider zal er actief op toezien dat deze regels worden nageleefd door iedereen die bij de sporter is betrokken. Indien hij gedrag signaleert dat niet in overeenstemming is met deze regels zal hij de betreffende persoon daarop aanspreken.
    ●      In die gevallen waarin de gedragsregels niet (direct) voorzien, ligt het binnen de verantwoordelijkheid van de begeleider in de geest hiervan te handelen.